Morten Lobner Espersen

In zijn objecten van sublieme schoonheid verkent Morten Lobner Espersen (1965), een van de meest succesvolle Deense keramisten van zijn generatie, de materialen van het vak – klei en glazuren – en hun zinnelijke genoegens.

Zoals curator en auteur Glenn Adamson het in zijn essay voor dit boek formuleert, is Espersen ‘de rigoureuze maker en colorist, die zijn glazuurchemie van voor naar achteren en van achter naar voren heeft geleerd. Hij is ook de intuïtieve beeldhouwer, die de vorm vindt terwijl hij hem maakt, en de ongrijpbare dromer, die de ene hemelse vorm na de andere oproept, als uit het niets.’ In zijn eigen bijdrage aan deze bundel presenteert Espersen zichzelf als een verstokte zoeker, meer dan als een zelfvoldane vinder. Hij schept genoegen in onverwachte resultaten terwijl hij elk aspect van het glazuur- en bakproces onder controle probeert te houden. De artistieke triomf heeft evenveel te maken met mislukkingen – en het verrukt kapotslaan van afgekeurde stukken – als dat de catastrofe te maken heeft met het vinden van schoonheid in het ongewenste. Triumph and Catastrophe, het eerste uitgebreide overzicht van Espersens ongeëvenaarde werk, biedt een goede mate van beide.

Het werk van Espersen is opgenomen in belangrijke museumcollecties wereldwijd, waaronder het Museum of Arts and Design in New York, het National Museum in Stockholm en het Design Museum in Kopenhagen.