De opkomst van de planmatige stadsontwikkeling in Nederland
Na anderhalve eeuw van stilstand en achteruitgang begonnen onze steden omstreeks 1850 weer te groeien. Dit boek doet verslag van het tasten en zoeken om de nieuwe praktijk van stadsontwikkeling te leren, van vroege stoutmoedige stadsplannen die tot mislukking gedoemd waren, omdat er geen politiek draagvlak voor was, en van particuliere grond-exploitanten en projectontwikkelaars die vooropliepen met pragmatische planontwikkeling. Deze ontwikkelingen worden behandeld tegen de achtergrond van de invoering van de moderne staat, nieuwe politieke stromingen en de invoering van de markteconomie waarin stadsontwikkeling als een particuliere risicodragende onderneming werd beschouwd.
Pionierende hervormers, particulieren, fabrikanten, stads-ingenieurs én stadsbestuurders stonden aan de voet van de moderne stadsplanning. Zij werden gestimuleerd door buitenlandse voorbeelden en opgestuwd door de versnelling in de stedelijke groei als gevolg van de industriële revolutie. -Omstreeks 1880 brak het inzicht door dat stadsplannen maatschappelijke voordelen bieden. Gemeenten konden uiteen-lopende openbare werken beter gaan afstemmen en projectontwikkelaars wisten waar ze aan toe waren. Uit tal van verrassende voorbeelden uit vele Nederlandse steden wordt duidelijk dat onze huidige praktijken en methoden van stadsontwikkeling en ruimtelijke ordening toen zijn ontstaan en gevormd. Dat loopt uiteen van grondkostenvereffening en stroperige grenswijzigingprocedures tot het nooit eindigende debat over de schaal van ruimtelijke menging of scheiding van maatschappelijke klassen en de felle tegenstand tegen grote verkeersprojecten die stedenschoon dreigen te vernietigen.
Len de Klerk
Era Bouw
Ronald Boiten
978-90-5662-618-1
februari 2008
uitverkocht
Nederlands
320 p
hardcover